camjo
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cam·jo
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van camera zn en journalist zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | camjo | camjo's |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de camjo m
- journalist die foto's en video's maakt
- ▸ Ook Marc Bessems werkt al geruime tijd bij de NOS. Sinds 2002 werkt hij als buitenlandredacteur en camjo-verslaggever bij NOS Nieuws. Zijn specialisatie is Latijns-Amerika en Spanje. De basis daarvoor vormde zijn studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen met als specialisatie Spaanse contemporaine geschiedenis.[2]
- ▸ De Stan Storimans Prijs is voor het eerst gewonnen door een camerajournalist, een camjo. Jeroen Kelderman van RTV Drenthe won de prijs voor zijn reportage over het werk van de luchtmobiele brigade uit Assen in Kunduz, Afghanistan.[3]
- ▸ Vorig jaar werd de prijs voor het eerst gewonnen door een camjo. Dat is een journalist die zelf filmt en dus zonder cameraman werkt. Jeroen Kelderman van RTV Drenthe kreeg de prijs voor zijn reportage over het werk van de luchtmobiele brigade uit Assen in Afghanistan.[4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord camjo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ camjo op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron “Nieuwe NOS-correspondenten” (Woensdag 4 april 2012, 13:20), NOS
- ↑ Weblink bron “Stan Storimans Prijs naar camjo” (Dinsdag 15 oktober 2013, 18:35), NOS
- ↑ Weblink bron “Politierepo wint Stan Storimans Prijs” (Woensdag 14 mei 2014, 16:32), NOS
