café-eigenaar
- Geluid: café-eigenaar (hulp, bestand)
- IPA: / kaˈfeɛiɣəˌnar / (5 lettergrepen)
- ca·fé-ei·ge·naar
- samenstelling van café zn en eigenaar zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 7.A
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | café-eigenaar | café-eigenaren café-eigenaars |
verkleinwoord | - | - |
de café-eigenaar m
- (horeca) bezitter van een uitgaansgelegenheid waar men hoofdzakelijk dranken kan nuttigen
- ▸ De café-eigenaar op de hoek wil zijn personeel ook fatsoenlijk betalen.[1]
- Het woord café-eigenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Luisa Moreno Ruiz“Hoger minimumloon, goed idee?” (19 april 2019) op nrc.nl