Nederlands

 
moderne busstop
Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·stop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord busstop busstops
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de busstopm

  1. plaats waar een bus stopt
    • Het busstation van Rijssen blijft aan de centrumzijde van het treinstation. De gemeente, die het station een opknapbeurt wil geven, heeft in overleg met vervoerder Syntus gekozen om de busstop op de huidige locatie te houden. [2] 
    • Ook ontbreken volgens de onderzoekers in meer dan de helft van de geteste stopplaatsen informatie en kaarten met de trajecten, evenals informatie over de reistijd tussen twee stops. Ook digitale informatie aan busstops ontbreekt al te vaak. De tijdschema's op de websites zouden bovendien gebruiksonvriendelijk en weinig flexibel zijn. [3] 
    • De aanslag vond plaats rond 08.30 uur plaatselijke tijd nabij een busstop in al-Brahimi, zo’n 20 kilometer ten oosten van Kerbala. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen