bunkerstation
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bun·ker·sta·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bunker zn en station zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bunkerstation | bunkerstations |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bunkerstation o
- (scheepvaart) plaats waar binnenschepen brandstof kunnen tanken
- ▸ Op de Oude Maas bij Dordrecht is 3500 liter gasolie gelekt. Dat gebeurde toen een schip werd bijgetankt bij een zogeheten bunkerstation. Omwonenden klagen over stank.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bunkerstation staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Stank Dordrecht door gasolielek” (Zaterdag 20 oktober 2012, 00:14), NOS