bumpersurfer
- bum·per·sur·fer
- samenstelling van bumper zn en surfer zn
- Naamwoord van handeling van bumpersurfen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bumpersurfer | bumpersurfers |
verkleinwoord |
de bumpersurfer m
- iemand die illegaal, zonder te betalen op de achterbumper van een tram rijdt
- ▸ De Lijn dient een klacht in tegen bumpersurfer[1]
- mannelijke vorm van bumpersurfster
- Het woord bumpersurfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “De Lijn dient een klacht in tegen bumpersurfer” (29/01/2013), De Standaard