bultzak
- bult·zak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bultzak | bultzakken |
verkleinwoord | bultzakje | bultzakjes |
de bultzak m
- zak die men als matras gebruikt
- cilindervorming tas voor persoonlijke eigendommen van opvarenden
- [1] strozak, stromatras, beddenzak
- [2] plunjezak
- Het woord 'bultzak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bultzak" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ bultzak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be