stromatras
- Geluid: stromatras (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstromatrɑs / (3 lettergrepen)
- stro·ma·tras
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stromatras | stromatrassen |
verkleinwoord | - | - |
- met stro gevuld hulsel dat als onderdeel van een eenvoudige slaapplaats bestemd is om het lichaam te ondersteunen
- ▸ De fabriek waar ze na de scheiding werd ondergebracht, daar beginnen de herinneringen weer. „Een dorp buiten Nijmegen. Een langwerpig gebouw, heel hoog, vol met kinderen. (…) Ik sliep met twee kinderen op een stromatras. (…)”[2]
- Het woord stromatras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jannetje Koelewijn“Een meisje van acht, in een lege fabriek” (26 juni 2018) op nrc.nl