strozak
- stro·zak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strozak | strozakken |
verkleinwoord |
de strozak m
- een matras gevuld met stro
- Het Vestingmuseum, met zijn vochtige stenen muren en waar de wind door de luistergaten loeit, is het hele jaar open. De gidsen nemen u graag mee naar de knusse kazemat waar de soldaten sliepen, waar hun bedden met strozakken staan en de kachel met turfjes gestookt werd.[2]
- Tachtigjarigen vinden het een unieke ervaring, omdat het sommigen doet herinneren aan vroeger toen ze sliepen op strozakken in het leger.[3]
1.
- Het woord strozak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strozak" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 20 maart 2014 Stoerste museum
- ↑ Tubantia Sanne Riepema 15 oktober 2015 Stormbestendige stro-iglo's op het Groningse platteland
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be