Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bult·schelp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bultschelp bultschelpen
verkleinwoord bultschelpje bultschelpjes

Zelfstandig naamwoord

de bultschelpv / m

  1. (tweekleppigen) Altenaeum sp.   een geslacht van schelpdieren
    • De wetenschappelijke naam van de bultschelpen verwijst naar de Nederlandse malacoloog C.O. van Regteren Altena. 
Hyponiemen

Gangbaarheid