Nederlands

 
[2] buizenstelsel
Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·zen·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buizenstelsel buizenstelsels
verkleinwoord buizenstelseltje buizenstelseltjes

Zelfstandig naamwoord

het buizenstelselo

  1. netwerk van met elkaar verbonden leidingen
     Feenstra heeft de buurtproef bedacht. Bij droogte pompen bewoners regen- en oppervlaktewater de wijk in. Dat gebeurt via een buizenstelsel dat is losgekoppeld van de riolering. Zo blijven de paalkoppen onder water staan.[1]
     Er is een ander soort warmtepomp die buiten geen warme lucht uitblaast, de zogeheten water/water-warmtepomp. Daarbij wordt er geen koelte uit de lucht onttrokken, maar vanuit water uit een buizenstelsel of waterputten die je onder je huis of tuin laat installeren.[2]
  2. constructie van holle pijpen
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bewoners Rotterdam verhogen zelf grondwaterpeil tegen paalrot” (Donderdag 15 februari 2018, 10:34), NOS
  2.   Weblink bron
    Leen Kraniotis
    “Hoe houd je je huis koel? 'Te weinig aandacht voor in klimaatplannen'” (Maandag 14 september 2020, 11:36), NOS