buitenwacht
- Geluid: buitenwacht (hulp, bestand)
- bui·ten·wacht
- samenstelling van buiten en wacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenwacht | buitenwachten |
verkleinwoord | buitenwachtje | buitenwachtjes |
- de buitenstaanders, de mensen die er niet bij betrokken zijn
- Het bestuur van het ziekenhuis wilde de problemen binnenskamers houden en niet delen met de buitenwacht.
- Het woord buitenwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitenwacht" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be