• bui·ten·arm
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenarm buitenarmen
verkleinwoord

de buitenarmm

  1. een naar buiten gaand of staand onderdeel
66 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be