buikband
- buik·band
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buikband | buikbanden |
verkleinwoord |
de buikband m
- een band die men om de buik kan dragen
- ▸ Lezen, want volgens Olivia Laing is dit “het mooiste en meest furieuze boek aller tijden”. Bij uitgeverij Das Mag komt het bovendien met een leuk hebbeding: in de buikband zitten zaadjes. Plant het ding in de grond en zie de veldplanten groeien.[2]
- Het woord buikband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sarah Vankersschaever, Carl De Strycker, Peter Jacobs en Jozefien Van Beek“Van het mes dat Rushdie een oog kostte tot een natuurboek met zaadjes: de beste non-fictie van het voorjaar” (16 januari 2024 om 16:30), De Standaard