brutobedrijfsresultaat
- bru·to·be·drijfs·re·sul·taat
- samenstelling van bruto en bedrijfsresultaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brutobedrijfsresultaat | brutobedrijfsresultaten |
verkleinwoord | brutobedrijfsresultaatje | brutobedrijfsresultaatjes |
het brutobedrijfsresultaat o
- (economie) de winst of het verlies van een onderneming vóór aftrek van belastingen
- Het brutobedrijfsresultaat was dit jaar hoger dan het vorige jaar.
- Het woord brutobedrijfsresultaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.