bedrijfsresultaat

  • be·drijfs·re·sul·taat
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfsresultaat bedrijfsresultaten
verkleinwoord bedrijfsresultaatje bedrijfsresultaatjes

het bedrijfsresultaato

  1. (economie) winst of verlies van een bedrijf
    • Het winstgevende bedrijf had steeds betere bedrijfsresultaten 
    • De warenhuizen van V&D waren al jaren verlieslijdend. In het laatste niet afgeronde boekjaar, van februari tot en met november vorig jaar, dook de keten bijna 49 miljoen euro in de rode cijfers. Restaurantketen La Place maakte wel winst, met een bedrijfsresultaat van dik 1 miljoen euro, blijkt uit het verslag. [1] 
     Managers die worden beloond of afgerekend op het bedrijfsresultaat.[2]