Brunabjalla
Een brandklok


  • bru·na·bjal·la
  • Samenstelling van de IJslandse zelfstandige naamwoorden bruna (genitief enkelvoud van bruni) en bjalla
Naar frequentie zeldzaam
Klasse f1
zwak
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   brunabjalla     brunabjallan     brunabjöllur     brunabjöllurnar  
genitief   brunabjöllu     brunabjölluna     brunabjalla
brunabjallna  
  brunabjallanna
brunabjallnanna  
datief   brunabjöllu     brunabjöllunni     brunabjöllum     brunabjöllunum  
accusatief   brunabjöllu     brunabjöllunnar     brunabjöllur     brunabjöllurnar  

brunabjalla, m

  1. brandalarm, brandklok, noodklok
    «Þegar brunabjalla fer í gang skal rýmingaráætlun þegar verða virk.»
    Wanneer een brandalarm wordt gestart, wordt het evacuatieplan al geactiveerd.

brunabjalla

  1. genitief onbepaald vrouwelijk meervoud van brunabjalla