• brood·keu·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord broodkeuken broodkeukens
verkleinwoord - -

de broodkeukenv / m

  1. ruimte waar voedsel wordt bereid dat vooral bestaat uit gebakken deeg
    • Cora en Klaske maken pittig brood, in de broodkeuken uiteraard, en overleggen over wat er in moet. [1]