• broek·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord broekstuk broekstukken
verkleinwoord broekstukje broekstukjes

het broekstuko [1]

  1. een deel van het uitlaatsysteem van een motorfiets of auto dat twee pijpen samenvoegt, bijvoorbeeld door het dempergedeelte over het bochtgedeelte te schuiven
  2. (militair) deel van een kanon dat zich achter de tappen bevindt
  3. (bij een molen) twee, korte balken, die in de lengterichting van de kap liggen ter versteviging voor de door de bovenas uitgeoefende achterwaartse druk
  4. onderdeel om twee brandslangen aan een brandslang te koppelen