breeveertien
Niet te verwarren met: Breeveertien |
- Geluid: breeveertien (hulp, bestand)
- IPA: / breˈvertin / (3 lettergrepen)
- bree·veer·tien
- van de zandbank Breeveertien en voor de Hollandse kust die kooplieden moesten passeren als zij uitvoeren naar verre bestemmingen; geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.H [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breeveertien | breeveertiens |
verkleinwoord | - | - |
- (figuurlijk) spannende of fatale overgang naar een verre bestemming
- (figuurlijk) toestand van grote rijkdom
- ▸ U heeft goed riemensnijden van 'en anders leer! Wat denkt u wel? Dat 'et niet op kan? Ho, ho, wacht eens! U zou me de breeveertien laten spelen! Is me dat omspringen met de duizenden![5]
- [1] de breeveertien opgaanstiekem vertrekken; buiten gaan spelen; losbandig gaan leven; mislukken
- ∗ Het lijkt erop alsof pas met het ouder worden het taalgebruik weer de breeveertien opgaat.[6]
- ∗ Ze mocht niets en ze kreeg niets en ze moest (dit werd haar op haar vijfjarige leeftijd al ingeprent) dankbaar zijn, dat zij zulke nette kleren had, die ze dan ook niet vuil mocht maken, dat haar vader en moeder zulke nette mensen waren. Zo'n kind zou uit louter reactie de breeveertien opgaan, zei de dokter.[7]
- ∗ Maar als hij de kans schoon zag, klauterde hij langs het wrakke laddertje naar boven; er was altijd de mogelijkheid, dat Moeder hem niet ontdekte en er vast van overtuigd was, dat hij de breeveertien opgegaan was. Dan kroop hij vlak voor het zolderluik met het smalle raam, nestelde zich op een stapel oude zakken en matten en vergat de wereld om hem heen.[8]
- [1] de breeveertien op varenstiekem vertrekken; losbandig gaan leven; te gronde gaan
- [1] de breeveertien op zijnstiekem zijn vertrokken; buiten spelen; losbandig leven; te gronde zijn gegaan
- [2] de breeveertien laten waaieneen luxe en losbandig leven leiden
- [2] de breeveertien speleneen luxe en losbandig leven leiden
- [2] de breeveertien uithangeneen luxe en losbandig leven leiden
- [2] dat gaat over de breeveertiendat gebeurt met veel verspilling
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord breeveertien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ breeveertien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron C. HenstraDe Breeveertien in de woordenboeken in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde., jrg. 111 nr. (1995), Stichting Dimensie, Leiden
- ↑ Weblink bron Marc WilsDe Karakters uit Mariken van Nieumeghen in: De Vlaamsche Gids., jrg. 18 nr. 12 (voorjaar 1930), p. 567
- ↑ Weblink bron Ludovicus van Omswinkel's breeeje opvattingen. in: Groot Nederland., jrg. 41 nr. 5/6 (mei/juni 1943), Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, p. 249
- ↑ Weblink bron Taal is een aardig ding, ook voor de Vlaming in: Hollands Maandblad., 547/548 jrg. 35 nr. 6/7 (juni/juli 1993), Stichting Hollands Maandblad / Uitgeverij Veen, Amsterdam, p. 10
- ↑ Weblink bron Jo van Dorp-Ypma“Kinderen der eenzame.” (1961), J.H. Kok, Kampen, p. 49
- ↑ Weblink bron D.L. Daalder“Fijn en grof. De geschiedenis van een meisje en een jongen op Texel.” (1950), C. de Boer Jr., Amsterdam, p. 17
- ↑ Weblink bron “De tooneelwerken. Deel II: De Hooverdigheyt” (1934), De Sikkel / Wereldbibliotheek, Antwerpen / Amsterdam, p. XL/XLI