• breek open
vervoeging van
openbreken

breek (…) open

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbreken
    • Ik breek open. 
  2. gebiedende wijs van openbreken
    • Breek open! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbreken
    • Breek je open?