brandy
- bran·dy
- Leenwoord uit het Engels, als verkorting van brandywine, wat dan weer is ontleend aan het Nederlandse brandewijn [1]. In de betekenis van ‘brandewijn, cognac’ voor het eerst aangetroffen in 1855 [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandy | brandy's |
verkleinwoord | - | - |
de brandy m
- Het woord brandy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandy" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ brandy op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "brandy" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- brandy
enkelvoud | meervoud |
---|---|
brandy | brandyes |
brandy m
- brandy in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española