brandhaard
- Geluid: brandhaard (hulp, bestand)
- brand·haard
- samenstelling van brand en haard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandhaard | brandhaarden |
verkleinwoord | brandhaardje | brandhaardjes |
de brandhaard m
- plaats waar het vuur het felst brand
- een gebied op aard met veel (gewapende) conflicten
- Buiten Europa blijft Nederland met militaire, humanitaire en politieke middelen een bijdrage leveren aan de strijd tegen ISIS in de brandhaarden Syrië en Irak.[1]
- (medisch) plaats waar een infectieziekte zich snel verspreidt
- [3] coronabrandhaard
- Het woord brandhaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandhaard" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Troonrede 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be