brainstorm
- Geluid: brainstorm (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrenstɔrəm / (2 of 3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbren.stɔrm/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbren.stɔrm/
- brain·storm
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘collectief opperen van spontane suggesties ter oplossing van een probleem’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1957 [1]
vervoeging van |
---|
brainstormen |
brainstorm
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brainstormen
- Ik brainstorm.
- gebiedende wijs van brainstormen
- Brainstorm!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brainstormen
- Brainstorm je?
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brainstorm | brainstorms |
verkleinwoord | brainstormpje | brainstormpjes |
de brainstorm m
- het zich groepsgewijs concentreren op een onderwerp en het de vrije loop laten van de gedachten
- De resultaten van de brainstorm waren ontoereikend.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord brainstorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.