Overarm (brachium).
Bovenarm.
  • bra·chi·um
  • Afkomstig uit het Latijn, oorspronkelijke vorm bracchium.

brachium o

  1. (anatomie) bovenarm, opperarm
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   brachium     brachiumet     brachier[1]     brachia[1],
brachiene[1]  
  1. 1,0 1,1 1,2 Geldige vorm sinds 1 juli 2005.
    Rettskrivningsendringer fra 1. juli 2005, nr. 3.4 (in het Noors)


  • bra·chi·um
  • Afkomstig uit het Latijn.

brachium o

  1. (anatomie) bovenarm, opperarm
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   brachium     brachiumet     brachium[1]     brachia[1]  
genitief                
bijvorm enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief               brachii[1]  
genitief                
  1. 1,0 1,1 1,2 Geldige vorm sinds 1 juli 2005.
    Rettskrivningsendringer fra 1. juli 2005, nr. 3.4 (in het Noors)