bouwlift
- bouw·lift
- samenstelling van bouwen ww en lift zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwlift | bouwliften |
verkleinwoord | bouwliftje | bouwliftjes |
de bouwlift m
- (bouwkunde) goederenlift gebruikt op een bouwplaats
- ▸ De bouwlift die is neergezet met het oog op de restauratie van de toren, is tijdelijk opengesteld voor bezoekers en Stulen mocht als eerste naar boven. Uit 500 mensen werd hij gekozen. Vanmiddag stond hij op 100 meter hoogte met volle teugen te genieten.[1]
- Het woord bouwlift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Rolstoeler Thom dankzij lift eindelijk op de Dom: 'geweldig!'” (Vrijdag 10 juli 2020, 15:24), NOS