botanicus
- bo·ta·ni·cus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | botanicus | botanici |
verkleinwoord | botanicusje | botanicusjes |
de botanicus m
- (beroep) een wetenschapper die de plantkunde beoefent
1.
- Het woord botanicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "botanicus" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be