bosgrasuil
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bosgrasuil (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bos·gras·uil
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos zn en grasuil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosgrasuil | bosgrasuilen |
verkleinwoord | bosgrasuiltje | bosgrasuiltjes |
Zelfstandig naamwoord
de bosgrasuil m
- (vlinders) Apamea scolopacina een nachtvlinder uit de familie van de uilen, de Noctuidae
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bosgrasuil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.