bori
- (IPA in voorbereiding)
- bo·ri
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bori | bori's |
verkleinwoord | borietje | borietjes |
bori
- (knaagdieren) Octodontomys gliroides knaagdier uit de familie van de schijnratten (Octodontidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Gervais & d'Orbigny in 1844. De soort komt voor in Peru, Bolivia, Argentinië en Chili.
- Het woord 'bori' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- bori
bori
- voltooid deelwoord van bere
bori
- (bepaalde onzijdige vorm nominatief meervoud van bor)
- ↑ Taalhervorming 2012:
Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)
3.1.3 Bunden form eintal av sterke hokjønnsord og bunden vorm fleirtal av inkjekjønnsord