• (IPA in voorbereiding)
  • bo·ri
enkelvoud meervoud
naamwoord bori bori's
verkleinwoord borietje borietjes

bori

  1. (knaagdieren) Octodontomys gliroides   knaagdier uit de familie van de schijnratten (Octodontidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Gervais & d'Orbigny in 1844. De soort komt voor in Peru, Bolivia, Argentinië en Chili.


  • bori

bori

  1. voltooid deelwoord van bere

bori

  1. verouderde spelling of vorm van bora tot 2012 [1]
(bepaalde onzijdige vorm nominatief meervoud van bor)
  1. Taalhervorming 2012:
    Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)
    3.1.3 Bunden form eintal av sterke hokjønnsord og bunden vorm fleirtal av inkjekjønnsord