boogvorm
  • boog·vorm
enkelvoud meervoud
naamwoord boogvorm boogvormen
verkleinwoord

de boogvormm

  1. uit uiterlijk van een boog; met het uiterlijk van een gekromde lijn of een gekromd vlak
     Toen dat geluid verdwenen was had de slinger dezelfde boogvorm naar zijn hoogste punt aan de andere zijde gevolgd, en na een moment pauze begon het zijn zwaai terug.[1]
     Dat wil zeggen dat de typische boomvorm niet die van afbeelding ia is, maar die van waarbij alle grote takken hun kleinere geledingen doen uitwaaieren binnen de begrenzende boogvorm, en dat elk van die afzonderlijke takken er eerder uit zal zien als 2b dan als 2a, en ongeveer de vorm heeft van een stronkje broccoli.[2]
     De boog is een fractie van een graad dik en bestaat uit samengeperst, energierijk interstellair gas. De bron van deze energie en de boogvorm wijzen op een naderende schokgolf van een ontplofte ster, een supernova. Het team schat dat deze explosie meer dan 100.000 jaar geleden plaatsvond op een afstand van ongeveer 600 lichtjaar.[3]
  1. LiuCixin
    “Het drielichamen probleem” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645798
  2. “De kunst van het reizen” (2002), Atlas Contact  , ISBN 9789046703397
  3.   Weblink bron
    Iris Verhoeff
    “Enorme boog van uv-straling ontdekt bij Grote Beer” (23 juni 2020), NewScientist