bonthandelaar
- Geluid: bonthandelaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔnthɑndəˌlar / (4 lettergrepen)
- bont·han·de·laar
- samenstelling van bont zn en handelaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonthandelaar | bonthandelaars bonthandelaren |
verkleinwoord | - | - |
de bonthandelaar m
- (beroep) iemand die behaarde dierenvellen of daaruit vervaardigde kleding doorverkoopt
- ▸ Scherp en af en toe meesterlijk beschrijft Gallian het dolle bezoek van Morini met zijn dochter Teresa aan de bonthandelaar en de juwelier, die de attributen bij uitstek van de gehate bourgeoisie verkopen.[1]
- Het woord 'bonthandelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Jan De VolderMarcello Gallian : De contradicties van het Italiaanse fascisme in: Streven., jrg. 65 nr. 10 (november 1998), Jan Koenot, Antwerpen, p. 928