bonden los
- Geluid: bonden los (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔndə(n) ˈlɔs / (3 lettergrepen)
- bon·den los
- uit bonden (werkwoord) en los (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
losbinden |
bonden (…) los
- meervoud verleden tijd van losbinden
- Wij bonden los.
- Jullie bonden los.
- Zij bonden los.
- Wij bonden los.
- Het woord bonden los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.