• los·bin·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
losbinden
bond los
losgebonden
klasse 3 volledig

losbinden

  1. overgankelijk iets uit bindingen losmaken
    • De gevangene was nog niet losgebonden of hij begon woest te slaan en te schoppen.