bond dicht
- Geluid: bond dicht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔnt ˈdɪxt / (2 lettergrepen)
- bond dicht
- uit bond (werkwoord) en dicht (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
dichtbinden |
bond (…) dicht
- enkelvoud verleden tijd van dichtbinden
- Ik bond dicht.
- Jij bond dicht.
- Hij, zij, het bond dicht.
- Ik bond dicht.
- Het woord bond dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.