• bo·lig·tomt
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden bolig en tomt
Naar frequentie 48840
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   boligtomt     m: boligtomten
v: boligtomta  
  boligtomter     boligtomtene  
genitief   boligtomts     m: boligtomtens
v: boligtomtas  
  boligtomters     boligtomtenes  

boligtomt, m / v

  1. (bouwkunde) een bouwkavel voor een woonproject