bokshoorn
- boks·hoorn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bokshoorn | bokshoorns |
verkleinwoord | bokshoorntje | bokshoorntjes |
de bokshoorn m
- elk van de twee puntiɡe uitsteeksels op de kop van een mannelijke ɡeit
- Het woord 'bokshoorn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bokshoorn" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be