Nederlands

 
[1] Biscuitblik in boekvorm ca 1920
Uitspraak
Woordafbreking
  • boek·vorm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekvorm boekvormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

boekvorm m [1]

  1. een vorm die lijkt op een boek
  2. in de verschijning van een gedrukt boek
    • Het hoorspel, dat is iets van vroeger, of toch van nachtelijke uithoeken op de radio. De Deense krimi is juist al jaren een succesnummer in boekvorm en op tv. Het Rosa Ensemble, nooit te beroerd om het net even anders te doen dan alle anderen, besloot de twee genres te kruisen. Het resultaat is De Deense detective, een zevendelige ‘luisterkrimi’ die komende maanden voor publiek wordt opgenomen in TivoliVredenburg in Utrecht.[2]  
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Joep Stapel 19 april 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be