boeking
- boe·king
- Naamwoord van handeling van boeken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boeking | boekingen |
verkleinwoord | boekinkje | boekinkjes |
de boeking v
- reservering van een reis, kamer, enzovoort
- ▸ Doordat Joop de boeking als een voldongen wapenfeit beschreef, viel haar doortastende optreden in het reisbureau onder heuse heroïek.[1]
- (sport) officiële waarschuwing
- (boekhouding) post, een bedrag, aantal uren of andere administratieve eenheden dat/die geboekt wordt/worden
- Het woord boeking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boeking" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be