restaurantboeking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • res·tau·rant·boe·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord restaurantboeking restaurantboekingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de restaurantboekingv

  1. een reservering van een tafel in een restaurant om daar later te komen eten
    • De restaurantboeking werd telefonisch doorgegeven.