Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·week·es·say
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenweekessay boekenweekessays
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boekenweekessayo

  1. opstel over het thema van de Boekenweek, geschreven door een Nederlandstalige schrijver
     "In het verleden is de man/vrouw-verhouding scheef geweest, maar de laatste jaren is dat niet zo, Iedereen lijkt Griet Op de Beeck te vergeten die het Boekenweekgeschenk 2018 schreef, of Conny Palmen die in 2017 het Boekenweekessay schreef."[1]
     Özcan Akyol is volgend jaar de schrijver van het Boekenweekessay. Het thema van het essay en de boekenweek 2020 is 'Rebellen en dwarsdenkers'.[2]
Schrijfwijzen
  • Boekenweekessay (wellicht per abuis in officiële spelling van 2006 tot 2015)

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Boosheid over Boekenweekthema: 'Mag een vrouw alleen maar baren?'” (18-06-2018), NOS
  2.   Weblink bron “Özcan Akyol over het essay en het thema van de boekenweek” (21-05-2019), NOS