• bo·dem·struc·tuur
enkelvoud meervoud
naamwoord bodemstructuur bodemstructuren
verkleinwoord

de bodemstructuurv

  1. (geologie) de fysieke samenstelling van een bodem
     Hij zoekt hun nesten op en markeert ze met paaltjes. Zo kan hij zien welke plekken hij moet mijden als hij met zijn tractor het land opgaat. Ook eten zijn koeien nu ruwer voer, omdat ze kruiden en dik gras eten. Hun mest wordt daardoor droger, waardoor een andere bodemstructuur ontstaat.[2]
     De Marslander is een half jaar geleden gelanceerd en wordt de eerste NASA-landing sinds de Curiosity Rover in 2012. Na aankomst begint er een missie van twee jaar. InSight gaat onderzoek doen naar de bodemstructuur op de Rode Planeet. Aan boord heeft hij een seismometer waarmee onderzocht wordt of de grond weleens trilt op Mars.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Trudy van Rijswijk
    “'Weidevogels ernstig bedreigd door koeienexplosie'” (Zondag 19 juli 2015, 17:38), NOS
  3.   Weblink bron “InSight moet vandaag na 'seven minutes of terror' op Mars landen” (Maandag 26 november 2018, 14:05), NOS