• bly·tung
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud blytung
o enkelvoud blytungt
meervoud blytunge
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
blytunge

blytung

  1. (figuurlijk) loodzwaar, heel zwaar, zwaar
    «Flott åpning av fri-idrettsmesterskapet lørdag kveld tiltross for dårlig vær og blytung bane.»
    Fantastische opening van het freestyle-kampioenschap op zaterdagavond ondanks slecht weer en zware baan.
  • tung som bly
zo zwaar als lood


  • bly·tung
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud blytung
o enkelvoud blytungt
meervoud blytunge
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
blytunge

blytung

  1. (figuurlijk) loodzwaar, heel zwaar
  • tung som bly
zo zwaar als lood