blotebillengezicht
- blo·te·bil·len·ge·zicht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blotebillengezicht | blotebillengezichten |
verkleinwoord |
het blotebillengezicht o
- (pejoratief) een pafferig gelaat met weinig gelaatstrekken, zonder snor of baard
- ▸ Bunte heeft, zoals veel familiebladen, een vooruitblik waarin lezers wegwijs worden gemaakt: hoe ziet de dag van de inhuldiging eruit, waar je op moet letten, wie wie is. Persbureau DPA komt met een pakket vol informatie waaruit de Duitse media kunnen putten voor hun verhalen: zoals een alfabet waaruit blijkt dat je een Rijksappel niet kunt eten, en dat een Blotebillengezicht geen compliment is.[1]
- Het woord blotebillengezicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Wouter Meijer“Duitse media pakken groot uit” (Maandag 29 april 2013, 09:49), NOS