• bloms·ter·krans
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord  krans zn  met het voorvoegsel blomster-
Naar frequentie 149545
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blomsterkrans     blomsterkransen     blomsterkranser     blomsterkransene  
genitief   blomsterkrans'     blomsterkransens     blomsterkransers     blomsterkransenes  

blomsterkrans, m

  1. bloemenkrans, bloemkrans
    «Det var båredekorasjon fra barn og svigerbarn, blomsterkrans fra barnebarn og et blomsterhjerte fra oldebarn.»
    Er waren sieraden voor de baar van de kinderen en schoonkinderen, bloemenkransen van de kleinkinderen en bloemenharten van de achterkleinkinderen.


  • bloms·ter·krans
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blomsterkrans     blomsterkransen     blomsterkransar     blomsterkransane  

blomsterkrans, m