blindedarm
- Geluid: blindedarm (hulp, bestand)
- blin·de·darm
- samenstelling van blinde en darm [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blindedarm | blindedarmen |
verkleinwoord | blindedarmpje | blindedarmpjes |
de blindedarm m
- (anatomie) het zakvormig uiteinde van de dikke darm, dat de dunne darm in zich opneemt (caecum)
- (anatomie) wormvormig aanhangsel van het uiteinde van de dikke darm (appendix)
- Eigenlijk is de naam blindedarmontsteking incorrect want het is het wormvormig aanhangsel en niet de blindedarm zelf die ontstoken is.
- Het woord blindedarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blindedarm" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ blindedarm op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be