• blik·sem·stroom
enkelvoud meervoud
naamwoord bliksemstroom bliksemstromen
verkleinwoord - -

de bliksemstroomm

  1. transport van elektrische lading bij ontlading van de statische elektriciteit van wolken tijdens onweer
     De N.V. Kema te Arnhem gebruikt thans stalen staafjes met sterk remanent magnetisme, die aan hoogspanningsleidingen worden bevestigd, en die later door hun magnetisme de sterkte van de bliksemstroom aangeven als die in hun buurt is voorbijgegaan.[1]
  1.   Weblink bron “De natuurkunde van 't vrije veld. Deel II. Geluid, warmte, elektriciteit.” (1939), W.J. Thieme, Zutphen, p. 258