blauwoorlori
- (IPA in voorbereiding)
- blauw·oor·lo·ri
- samenstelling van blauwoor zn en lori zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwoorlori | blauwoorlori's |
verkleinwoord | blauwoorlorietje | blauwoorlorietjes |
de blauwoorlori m
- (papegaaiachtigen) Eos semilarvata een vogel uit de familie Psittaculidae (papegaaien van de Oude Wereld). Het is een endemische vogelsoort van de Molukken (Indonesië)
- lori's, papegaaien van de Oude Wereld, papegaaiachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'blauwoorlori' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.