Blauw boomvorkje
  • (IPA in voorbereiding)
  • blauw boom·vork·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord blauw boomvorkje blauwe boomvorkjes

het blauw boomvorkjeo dim. tant.

  1. (mossen) Metzgeria fruticulosa   een mossoort behorend tot de familie Metzgeriaceae