blauw boomvorkje
- (IPA in voorbereiding)
- blauw boom·vork·je
- verbinding van blauw en boomvorkje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | blauw boomvorkje | blauwe boomvorkjes |
het blauw boomvorkje o dim. tant.
- (mossen) Metzgeria fruticulosa een mossoort behorend tot de familie Metzgeriaceae
- Het woord 'blauw boomvorkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] blauw boomvorkje in het Nederlands Soortenregister N
- [1] blauw boomvorkje op Wikidata