• blan·ke
  • Afgeleid van blank met het achtervoegsel -e.
enkelvoud meervoud
naamwoord blanke blanken
verkleinwoord

de blankev / m

  1. iemand met een van nature bleke (pigmentarme) huid
    • Extreemrechtse blanken boycotten de verkiezingen in Zuid-Afrika. 

blanke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van blank
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
naamwoord blanke blankes

blanke

  1. blanke