Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blad·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bladval
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bladvalm

  1. het vallen van de bladeren van loofbomen in de herfst
    • Van de belangrijkste boomsoorten waren de beuk en eik dit jaar de laatste die helemaal zonder blad stonden. Dat gebeurde pas op 22 november. De bladverkleuring en bladval van de (zomer)eik waren daarmee dit jaar gemiddeld een week later dan normaal en drie dagen later dan in de voorgaande tien jaar. [1] 
    • 'Het valt relatief gezien mee. Als dit later in de herfst was gebeurd, was de schade groter geweest. Door bladval raken dakgoten dan verstopt, waardoor het water niet alleen via de onderkant van de woning maar ook van bovenaf naar binnen stroomt', legt een woordvoerder van de verzekeraars uit. [2] 
    • In de herfst zorgen bladval en regen ervoor dat er zich een soort smurrie op de rails vormt, waardoor treinen doorglijden en langzamer optrekken en remmen. Dat leidt geregeld tot vertragingen. [3] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen