bjeffe
- bjef·fe
- Waarschijnlijk afkomstig uit het Deens
- klanknabootsing
Naar frequentie | 17233 |
---|
bjeffe
- onovergankelijk blaffen, keffen
- «Hunden bjeffer.»
- De hond blaft.
- «Hunden bjeffer.»
- onovergankelijk (figuurlijk) schreeuwen
- «Sersjanten bjeffet ut en ordre.»
- De sergeant-majoor schreeuwde een bevel.
- «Sersjanten bjeffet ut en ordre.»
- [1]: gjø
- [1]: gneldre
- bjef·fe
- Waarschijnlijk afkomstig uit het Deens
- klanknabootsing
bjeffe
- onovergankelijk blaffen, keffen
- «Hunden knurra og bjeffa.»
- De hond gromt en blaft.
- «Hunden knurra og bjeffa.»
- onovergankelijk (figuurlijk) schreeuwen
- [1]: gøy
- [1]: gneldre
- [2]: bjeffe fram eit svar
een antwoord schreeuwen